Titicaca en slapen bij de indianen - Reisverslag uit Puno, Peru van Familie Syswerda - WaarBenJij.nu Titicaca en slapen bij de indianen - Reisverslag uit Puno, Peru van Familie Syswerda - WaarBenJij.nu

Titicaca en slapen bij de indianen

Door: Jeannette

Blijf op de hoogte en volg Familie

01 Augustus 2009 | Peru, Puno

Hoezo vakantie? De dag begint alweer vroeg als we om 6 uur een wake-up call krijgen, die achteraf bekeken voor onze buren Annemiek en Emiel bedoeld was. We zijn nu in elk geval ruim op tijd ingepakt en klaar voor het ontbijt om 7 uur.

Rond 8 uur worden we opgehaald en naar de haven gebracht voor een tweedaagse boottocht op het Titicacameer. We hebben een boot met een internationale groep van 15 man (waarvan 8 Nederlanders), een kapitein, een hulpje en een meertalige gids, Roger (spreek uit: Royér), die zowel de lokale Indiaanse talen Aymara en Quecha beheerst, als Spaans, Engels en Italiaans.

Het Titicacameer staat bekend als het hoogstgelegen navigeerbare meer ter wereld. Het ligt op ruim 3800 meter, is ca. 194 km lang en 65 km breed. Het diepste punt ligt op 280 meter.

Om te beginnen bezoeken we twee van de Uros-eilanden. Er zijn in totaal ca. 40 drijvende eilanden die helemaal van riet zijn gemaakt. De oorspronkelijke bewoners zijn in de 16e eeuw uit de omgeving van Puno gevlucht voor de Spanjaarden, die ze gedwongen in de goud- en zilvermijnen te werk wilden stellen. De afstammelingen hebben zich vermengd met de plaatselijke bevolking; de laatste echte Urosvrouw is eind jaren vijftig overleden. Er wonen nu nog enkele honderden mensen onder zeer primitieve omstandigheden op deze rieteilanden. Wat we te zien kregen was werkelijk verbijsterend.

De boot meerde aan bij een eilandje van ca. 30 meter in het rond dat volledig bedekt was met afgehakte rietstengels. Op de rietstengels stonden een stuk of 6 hutjes, ook van riet gemaakt. We werden verwelkomd door de voltallige bevolking, ongeveer 25 mannen, vrouwen en kinderen, allemaal volledig traditioneel uitgedost in prachtige kleurige kleding. Uiteraard gingen ze meteen aan de slag om al hun kleedjes, sieraden en andere handgemaakte waar zo aanlokkelijk mogelijk uit te stallen. We mochten een kijkje nemen in hun keuken, in een apart klein hutje ondergebracht, en in een huisje dat voor 5 personen dienst moest doen: één vertrek met dekens op de grond, wat versiering aan de muur en verder niets. Verlichting hebben ze van olielampen, verwarming is er niet. Onbegrijpelijk dat mensen zo kunnen leven.

Zo'n eiland wordt gemaakt door pollen riet met wortel en al uit te kappen. Die uitgekapte stukken worden met elkaar verbonden door er houten pinnen in te slaan en die met touwen aan elkaar vast te maken. Zo ontstaat een steeds groter wordende bodem, die ze bedekken met afgekapte groene rietstengels, in meerdere lagen opgebouwd. Totale dikte van het eiland is ca. 4 meter. De bovenlaag wordt geregeld ververst, zodat hij jong en groen blijft. Anders zou je er niet veilig een vuurtje op kunnen stoken om te koken. Om te voorkomen dat de eilanden wegdrijven worden ze verankerd door middel van lange pinnen van eucalyptushout, die ze de bodem van het meer intimmeren en met touwen vastzetten aan het eiland. De jongens van de eilanden stappen 's morgens in hun privébootje en varen een paar kilometer naar de school die zich op het nabijgelegen schiereiland bevindt.

Deze mensen worden over het algemeen niet oud: ze hebben te lijden onder kwalen als reuma en griep. Waarom ze niet op het vasteland gaan wonen, is ons een raadsel. Zij zijn niet anders gewend, en hebben als voornaamste bron van inkomsten toerisme en visserij. Vroeger moesten ze zich zien te bedruipen met ruilhandel. Nu krijgen ze geld binnen van de bezoekende toeristen. Wij kopen twee kussenovertrekken en een bootje van riet. We mogen als passagier meevaren op één van hun grote van riet gemaakte boten naar het volgende eiland. Met 14 man zitten we op deze boot, die voortbewogen wordt door de “president” van het eiland, met een lange boom. Als een gondelier duwt hij ons voort.

Hierna varen we door naar Amantaní, het eiland waar voor de komende nacht ons bed staat. Het eiland wordt bewoond door ongeveer 2000 Indianen, die Quecha spreken en de meesten ook Spaans. Onze groep van 15 man wordt hier ondergebracht bij gastgezinnen. Jelle en Jasper zitten in het huis naast Jaap en mij, dat bewoond wordt door verschillende leden van één familie. Onze gastfamilie bestaat uit 7 personen. Opa Mariano, Oma Esposita, dochter Maruja met echtgenoot en twee dochtertjes van 8 en 12 jaar, en een jongere zoon. We worden in de haven opgevangen door Maruja, die ons begeleidt naar hun huis. Auto´s en wegen kennen ze niet op dit eiland, dus we lopen omhoog via smalle, scheve paadjes en stappen hier en daar over uitgehakte watergoten heen. Hun huis is gemaakt van blokken klei, maar dan heb je ook meteen alle luxe genoemd. Er is een klein binnenplaatsje, waaromheen hun keuken annex huiskamer ligt, wat slaapvertrekken en iets verderdoor moeten wij een stenen trap met gammele leuning op om bij onze slaapkamer te komen. Het is een vrij grote ruimte met een houten vloer, waarop 4 losse bedden, een tafeltje en een stoel staan. De bedden zijn eenvoudig, maar netjes. Er hangt één lampje aan het plafond dat op batterijen werkt. Elektriciteit kennen ze vrijwel niet. Ze hebben een accu die ze met zonne-energie opladen. Op die accu werkt een 12-volts lampje waarmee de keuken ´s avonds spaarzaam verlicht wordt.

We krijgen niet lang na aankomst als lunch een smakelijke soep voorgezet, gevolgd door verschillende soorten aardappelen afgedekt met een gebakken plak schapenkaas. Ze eten op dit eiland strikt vegetarisch, hoewel we een enkele kip hebben zien lopen en onze gastfamilie schapen houdt.

Tegen vier uur worden we door Maruja via allerlei kleine paadjes naar het dorpsplein begeleid, waar de andere leden van onze groep en andere buitenlandse groepen zich verzamelen voor een voettocht naar de 380 m hoger gelegen Incatempels Pachapapa en Pachamama (Vader Aarde en Moeder Aarde). Het is de bedoeling naar de tempels te wandelen en daarvandaan de zonsondergang te zien boven het meer. Het is een behoorlijk steil pad en de ademnood slaat al snel weer toe. Gelukkig krijgen we onderweg een adempauze als gids Roger ons wat principes van het Incageloof uitlegt. Aan het Incageloof kwam veel wit-zwart, man-vrouw, goed-slecht te pas. Poema, condor en slang waren belangrijke symbolen. Eenmaal boven dienen we driemaal om de tempelruïne te lopen om alle negatieve energie kwijt te raken. We genieten van het prachtige uitzicht over het meer en van de zonsondergang, terwijl we trachten alle indiaanse meisjes en vrouwen die ons zelfgemaakte spulletjes aanbieden te ontlopen. In het halfduister lopen we weer van de heuvel af. Tegen de tijd dat we terug zijn op het dorpsplein is het pikkedonker. De meegebrachte zaklantaarns helpen ons om onder leiding van gastheer Mariano en zijn broer, die gastheer van Jelle en Jasper is, weer heelhuids in ons gasthuis te komen.

We gebruiken het avondeten in de keuken/eetkamer met de hele familie. Jaap en ik mogen aan het tafeltje zitten, de rest zit op een houten bankje tegen de muur of half op de hurken op de lemen vloer. We krijgen een lekkere soep en rijst met aardappelsaus. Veel wordt er niet gezegd. Wij kunnen genoeg Spaans, maar het blijft bij erg eenvoudige gesprekjes. Zij spreken onderling Quecha, wat voor ons niet te volgen is.

Na het eten worden we met hulp van de kinderen in traditionele kleding gehesen (letterlijk!) om vervolgens naar een feestavond te gaan die ter ere van de buitenlanders in een nabijgelegen ruimte gehouden wordt. De feestzaal blijkt een betonnen ruimte te zijn die wordt verlicht door 2 spaarlampen die brandend worden gehouden op accustroom. Gedurende anderhalf uur maakt een band traditionele muziek en worden we geregeld de dansvloer op getrokken door leden van de gastgezinnen. We hebben met Limburgers Jos en zijn dochter Maud veel plezier en doen allemaal mee. Rond half 10 is het afgelopen en lopen we via de kleine paadjes onder een prachtig heldere sterrenhemel terug naar ons gastverblijf.

Kort na half 10 zakken we doodmoe in ons bed.

's Nachts naar de WC is een hachelijke onderneming: de enige WC is buiten en het is steenkoud, dus eerst moeten we voldoende kleren aantrekken, vervolgens met bijlichting van de zaklamp de steile trap af, en dan via het binnenplaatsje naar het WC-hokje achter op het erf. “Doortrekken” gaat met een emmer water die buiten staat. Jasper meldt de volgende ochtend dat hij bij hen de trap is afgedaald bijgeschenen door maanlicht omdat zijn zaklamp leeg was. Hij was erg tevreden dat hij weer heelhuids in zijn bed is beland.

Het ontbijt is de volgende dag om half 8, opnieuw in de keuken. We krijgen lekkere kleine pannenkoekjes met jam en suiker en kruidenthee. Daarna is het tijd voor een paar snelle familiefoto's, afscheid en vertrek naar de haven, waar we om 8 uur wegvaren. De tocht gaat door naar het volgende eiland Taquile.

Na een uur varen meren we aan in de haven. Hiervandaan is het ruim een half uur omhooglopen naar het dorpsplein (Plaza de Armas natuurlijk), waar de lokale bevolking aan het feestvieren is. In prachtige kleding wordt gedanst en muziek gemaakt. De mannen spelen fluit terwijl ze rondjes lopen en de vrouwen dansen in het midden van de kring. De mannen hebben hoofdtooien op die ons doen denken aan de Noord-Amerikaanse indianen en hebben kraaltjes voor hun ogen hangen. De vrouwen hebben enorm veellagige rokken aan, die wijd uitstaan. Jaap raakt niet uitgefotografeerd. Taquile staat bekend om zijn handwerkkunst die ook door mannen bedreven wordt. Je ziet allerlei mannen breien, en vrouwen in de weer met spintollen. Ze vallen zelfs onder het Unesco Werelderfgoed.

Na ruim een uur te hebben toegekeken en rondgekeken, moeten we nog weer verder de heuvel op naar een restaurant waar we nog wat informatie over de klederdracht van Taquile krijgen, terwijl we op een dakterras zitten met uitzicht op het Titicacameer. We krijgen een prima buffetlunch. Daarna is het terug naar de haven via een trap met 525 volkomen ongelijke treden. Onze arme voeten, enkels en knieën! We varen in 3 uur terug naar de haven van Puno.

  • 02 Augustus 2009 - 07:33

    Rob En Elly:

    Hoi 4 J's,
    Alweer een heel mooi reisverslag.Wij krijgen in ieder geval een hele mooie indruk van Peru.
    Maar,onvoorstelbaar hoe de mensen daar leven.Wat hebben wij dan toch een luxe om ons heen.
    De foto's geven ook een goede indruk van het leven daar.
    Groetjes, Elly en Rob

  • 02 Augustus 2009 - 08:02

    Monique:

    Wat eenverhaal zeg!
    Ik moet zoiets toch echt een paar keer lezen om te behappen, laat staan om het allemaal zelf te ervaren.Een hele prestatie zo'n klim op die hoogte.Volgens mij(als dochter van een aardappelboer) komt de aardappel ook uit Peru?
    Geniet van alles en mekaar en tot de volgende keer.

  • 02 Augustus 2009 - 08:47

    Eduard En Ingrid:

    Wat een verbluffende vertellingen en dan die schitterende kleuren. Uniek om jullie reis zo op de voet te kunnen volgen.
    Veel liefs E&I

  • 02 Augustus 2009 - 10:10

    Franzi Vossen:

    dag jeannette, 'n paar keer heb ik nu jouw verslag gelezen en ben erg onder de indruk van het avontuur dat jullie met z'n allen beleven.krijg je geen cultuurshock van totaal andere beelden op je netvlies? kijk uit naar het volgend avontuur.
    groetjes franzi.

  • 02 Augustus 2009 - 17:16

    Paula En Peter:

    Hallo 4J's, bedankt voor jullie nieuwe verhaal over het grote Titicaca meer, met zijn drijvende rieten eilanden die met touwen voor anker liggen. Mooie foto's ook.
    Goede reis verder, groetjes van Paula en Peter

  • 02 Augustus 2009 - 22:21

    Schoonzus:

    Wat een belevenissen op een dag! Het drijvende dorp doet me denken aan Tonle Sap in tropisch Cambodja. Daar zag je wel oudere mensen. De kou in Titicaca zal wel extra belastend zijn...
    X Renate

  • 03 Augustus 2009 - 12:38

    Rob:

    Spannende beschrijvingen, geschiedenislessen en prachtige foto's blijven elkaar opvolgen. Ik lees de afleveringen ademloos telkens een tweede keer over om niks te missen.
    Bijkomend voordeel is overigens dat niemand jullie dit jaar nog durft lastig te vallen met hun eigen vakantiekiekjes. Ik zie me straks al komen zeg met ierse schaapjes of zo, gewaagd op steile heuvel, terwijl vlakbij een best wel grote meeuw overscheert, nee dat wordt niks.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Familie

De familie Syswerda trekt dit vroege voorjaar naar Zuid-Afrika! Traditiegetrouw zullen wij onze reiservaringen vastleggen en deze doen vergezellen van fijnbesnaarde kiekjes. Ons het daar wel sin in

Actief sinds 26 Juni 2009
Verslag gelezen: 403
Totaal aantal bezoekers 68499

Voorgaande reizen:

18 Februari 2016 - 13 Maart 2016

Vier Jees & Big Five

09 Augustus 2011 - 30 Oktober 2011

Destination: Oz!

04 Juli 2011 - 19 Juli 2011

Rondreis Thailand

20 Juli 2009 - 14 Augustus 2009

Jees en lama's

Landen bezocht: